Dit model beschrijft het InformatieModel AERius (IMAER). IMAER is het standaard gegevens uitwisselingsformaat van AERIUS en wordt gebruikt voor het importeren, exporteren en uitwisselen van gegevens met en tussen de verschillende AERIUS producten (o.a. Calculator, Monitor en Register).
In IMAER zijn de objecten opgenomen die nodig zijn voor het berekenen van emissie en depositie van verschillende stoffen. In het model zijn de beschrijvingen van de objecten, de relaties tussen de objecten en de attributen opgenomen.
2
Extra staltechniek beschrijving.
NOTE Deze klasse beschrijft een extra staltechniek die bij een bestaande stal gebruikt kan worden, gebruik makend van een voorgedefinieerde code. Dit kan voor een gedeelte van de aangegeven dieren gelden.
Aantal dieren waarvoor deze extra techniek geldt. Zou niet meer moeten zijn dan het totaal aantal dieren van de FarmLodging waarbij deze techniek gebruikt wordt.
Een adres (bijvoorbeeld voor inrichtingslocatie).
NOTE Dit data type bevat de standaard onderdelen van een adres.
Straat en huisnummer.
Postcode.
Plaats.
Metadata over de AERIUS calculator die de GML geproduceerd heeft en het vastgelegde project.
NOTE Met behulp van deze metadata wordt vastgelegd met welke versies van software en onderliggende basisgegevens het GML bestand is gegenereerd. Tevens kan er projectinformatie over de emissiebronnen vastgelegd worden,
De AERIUS rekenkern maakt gebruik van GDN basisgegevens die jaarlijks worden aangepast. Dit attribuut geeft aan van welk jaar de basisgegevens gebruikt zijn bij de berekeningen.
Versienummer van de AERIUS rekenkern.
Versienummer van de AERIUS database.
Naam van de lijst van bronnen van het beschreven project.
Referentie van het beschreven project.
Naam van het beschreven project.
Naam van de rechtspersoon die hoort bij het beschreven project.
De inrichtingslocatie van het project.
Duur van het project in jaren. (alleen in geval van tijdelijke projecten).
Beschrijving van of toelichting bij het beschreven project.
Zelfgedefinieerd rekenpunt.
NOTE Deze klasse beschrijft een zelfgedefinieerd rekenpunt.
Een optioneel label voor het rekenpunt.
Abstracte basisklasse voor de beschrijving van rekenpunten.
NOTE Er zijn verschillende soorten rekenpunten in het model aanwezig. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende typen in dit model.
identificatie: Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.
Geometrie van het rekenpunt.
Geometrische representatie van het rekenpunt.
Deposities van het rekenpunt.
Zelfgedefinieerde stal.
NOTE Deze klasse beschrijft een zelfgedefinieerde stal.
Beschrijving van de stal.
De emissiefactor(en) per dierplaats per jaar die gehanteerd moet worden.
Eigen gedefinieerd mobiele werktuig bron.
NOTE Deze klasse beschrijft een eigen gedefinieerde mobiel werktuig bron, met gesommeerd de emissie en de verdere eigenschappen die van belang zijn voor de verschillende berekeningen.
Totale emissie van een mobiele werktuig bron in een jaar.
Karakteristieken van een mobiele werktuig bron.
Karakteristieken van een emissietype zelfgedefinieerd wegvervoer.
NOTE Ieder wegvervoer emissietype wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit separate datatype zijn vastgelegd.
Karakteristieken van de eigen gespecficieerd voertuigen.
De emissie in g/km per voertuig.
Karakteristieken van een depositie waarde.
NOTE De depositieresulaten beschrijving van een rekenpunt.
Emissiewaarde.
Emissiestof.
Lijst met verschillende types temporele variaties.
NOTE De AERIUS rekenkern kan emissies berekenen waarbij rekening gehouden wordt met temporele variatie. De mogelijkheden zijn hier in een lijst vastgelegd.
Continue emissie.
Standaard profiel industrie.
Verwarming van ruimten.
Transport.
Dierverblijven (alleen NH3).
Meststoffen (alleen NH3).
Generieke emissiebron.
NOTE Deze klasse beschrijft een generieke emissiebron inclusief geometrie.
Emissietypen van de emissiebron.
Dit datatype beschrijft de karakteristieken van een emissiebron.
NOTE Iedere emissiebron wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit separate datatype zijn vastgelegd.
Warmteinhoud van de emissiebron in Megawatt.
Gemiddelde uitstoothoogte van de emissiebron in meters.
Gemiddelde gebouwhoogte van de emissiebron in meters.
Spreiding van de emissiebron in meters. Alleen te gebruiken bij puntbronnen met een hoogte.
Temporele variatie van de emissie van de bron.
Mogelijke geometrieën van een emissiebron.
NOTE Dit datatype maakt een keuze mogelijk uit verschillende soorten geometrieën die een emissiebron kan aannemen.
NEN 3610 punt.
NEN 3610 lijn.
NEN 3610 vlak.
Abstracte basisklasse voor de beschrijving van emissiebronnen.
NOTE Er zijn verschillende soorten emissiebronnen in het model aanwezig. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende soorten emissiebronnen in het model. De geometrie van deze bronnen is opgenomen bij de onderliggende soorten, omdat deze verschillen per type bron.
identificatie: Unieke identificatie van de emissiebron binnen het domein van NEN 3610.
Een optioneel label voor de emissiebron.
Karakteristieken van een emissiebron.
De geometrie van de emissiebron.
Identificatienummer van de sector waartoe de emissiebron behoord.
De emissiewaarde van een emissiebron.
NOTE De emissiewaarde van een emissiebron.
Abstracte basisklasse voor de beschrijving van stallen.
NOTE Er zijn verschillende soorten stallen in het model aanwezig. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende typen in het model.
Aantal dieren in deze stal.
Emissiebron van een stal.
NOTE Deze klasse beschrijft een stal inclusief geometrie.
Emissietypen van de stal.
Staltypen.
Geo-object: Abstractie van een fenomeen in de werkelijkheid, dat direct of indirect is geassocieerd met een locatie relatief ten opzichte van de aarde
NOTE Van deze klasse worden geen instanties gemaakt. Indien een object een geo-object is, is het altijd een instantie van een subklasse van GeoObject.
Alle subklassen van GeoObject hebben conform NEN-EN-ISO 19109:2005 het stereotype «featureType».
Keuzemogelijkheden voor de richting van aanmerende binnenvaart schepen.
NOTE Per binnenvaart zijn er karateristieken voor zowel de aanmerende als de uitgaande schepen opgegeven.
Aanmerend.
Uitgaand.
Karakteristieken van een vaarroute voor binnenvaart.
NOTE Ieder binnenvaart emissietype voor routes wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit datatype zijn vastgelegd.
Aantal schepen van A naar B. Vaarroutes worden van A naar B ingetekend.
Aantal schepen van B naar A. Vaarroutes worden van A naar B ingetekend.
Het precentage van numberOfShipsAtoB wat beladen is.
Het precentage van numberOfShipsBtoA wat beladen is.
Emissiebron (vaarroute) van binnenvaart.
NOTE Deze klasse beschrijft een vaarroute voor binnenvaart, inclusief geometrie. De klasse is een specialisatie van EmissionSourceType.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van schepen voor dit emissiebrontype.
Karakteristieken van een vaarroute voor (aanmerende) binnenvaart.
NOTE Ieder aanmerend binnenvaart emissietype voor routes wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit datatype zijn vastgelegd.
De vaarrichting (aanmerend/vertrekkend) van de schepen.
Het precentage van het aantal schepen wat beladen is.
De geometry van de vaarroute.
Het aantal scheepsbewegingen op de vaarroute per jaar.
Extra voer maatregel voor stallen.
NOTE Deze klasse beschrijft een voer maatregel die voor een bestaande stal gebruikt kan worden, gebruik makend van een voorgedefinieerde code. Gebruik van deze maatregel zorgt voor een reductie (percentage) voor alle dieren.
Vaststaande code die aangeeft om wat voor voer maatregel het gaat.
Abstracte basis klasse voor extra staltechnieken.
NOTE Er zijn verschillende soorten extra staltechnieken in het model aanwezig. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende typen in het model.
Vaststaande code die aangeeft om wat voor extra staltechniek het gaat.
Vaststaande (BWL) code die aangeeft om wat voor staltechniek het gaat.
Karakteristieken van een emissietype voor scheepvaart.
NOTE Ieder scheepvaart emissietype voor routes wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit datatype zijn vastgelegd.
Aantal schepen op deze vaarroute per jaar.
Emissiebron van zeescheepvaart.
NOTE Deze klasse beschrijft een vaarroute voor zeescheepvaart, inclusief geometrie.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van schepen voor dit emissietype.
Type vaarbeweging.
Lijst met verschillende beweging types voor scheepvaart.
NOTE Voor vaarroutes zijn verschillende mogelijkheden voor het type beweging. De mogelijkheden zijn hier in een lijst vastgelegd.
Varend binnengaats.
Varend op zee.
Karakteristieken van een vaarroute voor scheepvaart.
NOTE Ieder scheepvaart emissietype voor routes wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit datatype zijn vastgelegd.
Het aantal scheepsbewegingen op de vaarroute per jaar.
De geometry van de vaarroute.
Karakteristieken van een aanlegplaats voor pinnenvaart.
NOTE Iedere aanlegplaats emissietype voor binnenvaartwordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken. Deze zijn in dit datatype zijn vastgelegd.
De gemiddelde verblijftijd van de schepen aan de kade.
De route die de schepen vanaf de kade nemen.
Emissiebron van binnenvaart (aanlegplaats).
NOTE Deze klasse beschrijft een aanlegplaats inclusief geometrie en vaarroute voor binnenvaart.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van schepen voor dit emissietype.
Karakteristieken van een emissietype voor scheepvaart.
NOTE Ieder scheepvaart emissietype voor aanlegplaatsen wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken. Deze zijn in dit datatype zijn vastgelegd.
Het aantal schepen per jaar.
De gemiddelde verblijftijd van de schepen aan de kade.
De route die de schepen binnengaats(tot aan zee) nemen.
De route die de schepen buitengaats (op zee) nemen.
Emissiebron van zeescheepvaart.
NOTE Deze klasse beschrijft een kade voor zeescheepvaart inclusief geometrie.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van schepen voor dit emissietype.
Identificatiegegevens voor de universeel unieke identificatie van een object
NOTE De combinatie van 'namespace' van een registratie, lokale identificatie en versie informatie maken een object uniek identificeerbaar. Met de informatie van deze klasse kan daardoor met zekerheid worden verwezen naar het geïdentificeerde object.
Unieke verwijzing naar een registratie van objecten
NOTE Het attribuut 'namespace' is een unieke verwijzing naar de registratie die de identificatie uitdeelt. Deze lijst van registraties wordt beheerd binnen de context van NEN 3610. Binnen Nederland zal deze namespace vrijwel altijd met 'NL.' beginnen.
De volgende karakters mogen in een namespace aanduiding voorkomen: {"A"..."Z", "a"..."z", "0"..."9", "_", "-", ",", "."}
Unieke identificatiecode binnen een registratie
NOTE 'LocalId' is de identificatiecode die een object heeft binnen een (lokale) registratie.
De volgende karakters mogen in een localId voorkomen: {"A"..."Z", "a"..."z", "0"..."9", "_", "-", ",", "."}.
Versie-aanduiding van een object
NOTE Het attribuut 'versionId' maakt geen deel uit van de identificatie van het object maar kan worden gebruikt om verschillende versies van hetzelfde object te identificeren.
Abstracte basisklasse voor de beschrijving van mobiele werktuig bronnen.
NOTE Er zijn verschillende soorten mobiele werktuig beschrijvingen in het model aanwezig. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende typen in het model.
Beschrijving van het voertuig type.
Emissiebron van mobiele werktuigen.
NOTE Deze klasse beschrijft een verzameling mobiele werktuigen inclusief geometrie.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van mobiele werktuigen voor dit emissietype.
Karakteristieken van ruimtelijke plan ontwikkelingen.
NOTE Iedere ruimtelijk plan ontwikkel bronsoort wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken. Deze zijn in dit datatype zijn vastgelegd.
De omschrijving van dit plan.
Elk planType heeft een eenheid. De amount is het aantal van deze eenheid.
Het type van dit plan.
Emissiebron definitie van ruimtelijke plan ontwikkelingen.
NOTE Deze klasse beschrijft een verzameling ruimtelijke plan ontwikkelings bronnen inclusief geometrie.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van de plannen voor dit emissietype.
Receptorpunt.
NOTE Deze klasse beschrijft een rekenpunt op het AERIUS-grid.
Identificatienummer van het receptorpunt.
Extra reducerende staltechniek beschrijving.
NOTE Deze klasse beschrijft een extra staltechniek die bij een bestaande stal gebruikt kan worden, gebruik makend van een voorgedefinieerde code. Gebruik van dit systeem zorgt voor een reductie (percentage) voor alle dieren.
Resultaat voor een rekunpunt.
NOTE Deze klasse beschrijft het resultaat voor een bepaalde stof/resultaattype combinatie voor een rekenpunt.
Resultaatwaarde.
Resultaatstof.
Resultaattype.
Lijst met verschillende types resultaten.
NOTE De AERIUS rekenkern kan verschillende resultaat types van emissies bepalen. Denk hierbij aan concentraties en deposities. Deze types zijn hier in een lijst vastgelegd.
Depositie (mol/ha/j)
Concentratie (µg/m³)
Lijst met verschillende types verhogingen van een weg.
NOTE Bij berekenen van emissies voor wegverkeer in buitenstedelijk gebied kan rekening gehouden worden met de verhoging van de weg. (SRM2)
dijk of wal met zeer vlakke zijkanten (hoek kleiner dan 20 graden).
dijk of wal met vlakke zijkanten (hoek groter of gelijk aan 20 graden maar kleiner dan 45 graden).
dijk of wal met scherpe zijkanten (hoek groter dan of gelijk aan 45 graden).
weg ligt op een viaduct.
weg ligt in een tunnelbak.
Emissiebron van een weg.
NOTE Deze klasse beschrijft een weg emissiebron inclusief geometrie.
Emissietypen van deze bron.
Specificatie van wegvervoer voor dit emissietype.
Geeft aan bij welk netwerk de weg hoort.
IMAER:RoadNetwork
IMAER:element
Een netwerk van wegen.
NOTE Deze klasse beschrijft een netwerk, waarbij meerdere elementen gegroupeerd kunnen worden.
Unieke identificatie van het netwerk binnen het domein van NEN 3610.
Een optioneel label voor de emissiebron.
Referenties naar alle elementen die horen bij het netwerk.
IMAER:RoadEmissionSource
IMAER:inNetwork
Karakteristieken van een scheiding(wal of scherm) aan de kant van de weg.
NOTE Een scherm/wal aan de kant van een weg is voorzien van een aantal karakteristieken, die in dit separate datatype zijn vastgelegd.
Type van deze scheiding.
Hoogte van deze scheiding.
Afstand tot de weg van deze scheiding.
Lijst met verschillende types scheidingen langs de weg.
NOTE Bij berekenen van emissies voor wegverkeer in buitenstedelijk gebied kan rekening gehouden worden met schermen en wallen langs de weg. (SRM2)
Een scherm (denk aan geluidsscherm).
Een wal (denk aan geluidswal).
Gedeeltelijke wijziging in SRM1 attributen.
NOTE Deze klasse kan gebruikt worden om voor een gedeelte van de weg een of meerdere attributen een andere waarde te geven. Te gebruiken voor SRM1Road.
Zie SRM1Road
Zie SRM1Road
Zie SRM1Road
Zie SRM1Road
Emissiebron van een SRM1 weg.
NOTE Deze klasse beschrijft een weg emissiebron inclusief geometrie. Deze weg is bedoeld om volgens SRM1 door te rekenen. Onder SRM1 vallen wegen in een stedelijke omgeving, met niet/nauwelijks hoogteverschil en geen afschermende constructies. Maximum rekenafstand is 30 of 60 meter, afhankelijk van wegtype.
Snelheidstype van de weg.
Wegtype van de weg.
Type van bomen langs de kant van de weg.
Voor een wegdeel dat direct aansluit op de uitrit van een tunnelbuis, die tenminste 100 meter lang is en waarbinnen sprake is van één rijrichting, worden de emissies tot op een afstand van 100 meter van de uitrit van een tunnelbuis verrekend met een factor. Dit is die factor. Indien geen sprake is van een tunnel, kan 1.0 gebruikt worden.
Specificatie wijzigingen op een gedeelte van de weg. Mits opgegeven, dan wordt op dat gedeelte van de weg de standaaard waarde overschreven door hetgeen hier is opgegeven. Dit kan meerdere keren voorkomen.
Dit is een stukje Dynamic Segmentation of Linear Referencing.
Lijst met verschillende types van wegen voor SRM1.
NOTE Bij berekenen van emissies voor wegverkeer in stedelijk gebied kan rekening gehouden worden met het wegtype (SRM1).
aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan drie maal de hoogte van de bebouwing, maar groter is dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing.
aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de weg, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing.
aan één zijde min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 3 maal de hoogte van de bebouwing.
alle wegen in een stedelijke omgeving, anders dan wegtype 1, 2 en 3.
Lijst met verschillende types van verkeersnelheden voor SRM1.
NOTE Bij berekenen van emissies voor wegverkeer in stedelijk gebied kan rekening gehouden worden met de mate van doorstroming (SRM1)
Stagnerend stadsverkeer. Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde km.
Normaal stadsverkeer. Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde km
Stadsverkeer met minder congestie. Stadsverkeer met een relatief groter aandeel "free-flow" rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1,5 stop per afgelegde km.
Buitenweg algemeen. Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/h, gemiddeld ca. 0,2 stops per afgelegde km.
Lijst met verschillende soorten verdeling van bomen langs de weg voor SRM1.
NOTE Bij berekenen van emissies voor wegverkeer in stedelijk gebied kan rekening gehouden worden met de bomen langs de weg. (SRM1)
hier en daar bomen of in het geheel niet.
één of meer rijen bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter met openingen tussen de kronen.
de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde gedeelte van de straatbreedte.
Gedeeltelijke wijziging in SRM2 attributen.
NOTE Deze klasse kan gebruikt worden om voor een gedeelte van de weg een of meerdere attributen een andere waarde te geven. Te gebruiken voor SRM2Road.
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Zie SRM2Road
Emissiebron van een SRM2 weg.
NOTE Deze klasse beschrijft een weg emissiebron inclusief geometrie. Deze weg is bedoeld om volgens SRM2 door te rekenen. Onder SRM2 vallen wegen die niet onder SRM1 vallen, buitenstedelijke wegen en snelwegen.
Wel of geen snelweg.
Maximum snelheid in kilometers per uur.
Wel of geen strikte handhaving van de snelheid.
Voor een wegdeel dat direct aansluit op de uitrit van een tunnelbuis, die tenminste 100 meter lang is en waarbinnen sprake is van één rijrichting, worden de emissies tot op een afstand van 100 meter van de uitrit van een tunnelbuis verrekend met een factor. Dit is die factor. Indien geen sprake is van een tunnel, kan 1.0 gebruikt worden.
Verhogingstype van de weg.
Verhoging van de weg (in meters).
De afscheiding aan de linkerkant van de weg.
De afscheiding aan de rechterkant van de weg.
Specificatie wijzigingen op een gedeelte van de weg. Mits opgegeven, dan wordt op dat gedeelte van de weg de standaaard waarde overschreven door hetgeen hier is opgegeven. Dit kan meerdere keren voorkomen.
Dit is een stukje Dynamic Segmentation of Linear Referencing.
Abstracte basisklasse van een emissietype voor scheepvaart.
NOTE Ieder scheepvaart emissietype wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken. Deze abstracte basisklasse is een generalisatie van de verschillende typen in het model.
Omschrijving van dit type schip.
Type schip.
Gedeeltelijke wijziging in attributen voor een object.
NOTE Deze klasse kan gebruikt worden om voor een gedeelte van de weg een of meerdere attributen een andere waarde te geven. Alleen te gebruiken voor objecten gedefineerd door een LineString.
Positie vanaf waar de waarde(s) gaan gelden.
Positie tot waar de waardes gaan tellen.
Karakteristieken van een specifieke type voertuigen met een klasse.
NOTE Ieder wegvervoer emissietype wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit separate datatype zijn vastgelegd.
De klasse van deze mobiel voertuigen.
Algemene stal beschrijving.
NOTE Deze klasse beschrijft een algemene stal, gebruik makend van een voorgedefinieerde stalcode.
Vaststaande (BWL) code die aangeeft om wat voor staltechniek het gaat.
Specificatie van de extra voer maatregelen die gebruikt zijn voor deze stal.
Specificatie van de extra (additionele of reducerende) staltechnieken die gebruikt zijn voor deze stal.
Vaststaande (RAV) code die aangeeft om wat voor stalsoort het gaat.
Karakteristieken van een emissietype voor mobiele werktuigen.
NOTE Mobiele werktuig worden beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken. Deze zijn in dit datatype zijn vastgelegd.
Liter brandstof (gesommeerd) dat dit type voertuig per jaar verbruikt.
De klasse van dit mobiele werktuig.
Karakteristieken van een standaard klasse wegvervoer.
Fractie van het verkeer dat stagneert.
Type voertuig.
Lijst met verschillende voertuigtypen.
NOTE de AERIUS rekenkern kan emissies berekenen voor een aantal voertuigtypen, die hier in een lijst zijn vastgelegd.
Licht verkeer.
Middelzwaar vrachtverkeer.
Zwaar vrachtverkeer.
Busverkeer.
Lijst met verschillende stofnamen.
NOTE de AERIUS rekenkern kan emissies berekenen voor een aantal stoffen, die hier in een lijst zijn vastgelegd.
Stof NH3 (ammoniak).
Stof NOx (stikstofoxiden).
Stof NO2 (stikstofdioxide).
Stof PM10 (fijnstof).
Stof PM2.5 (fijnstof).
Karakteristieken van een emissietype wegvervoer.
NOTE Ieder wegvervoer emissietype wordt beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken, die in dit separate datatype zijn vastgelegd.
Aantal voertuigen per dag.